De volgende zinnen - uit een uitnodiging voor een kinderfeestje - vragen even wat van het voorstellingsvermogen…
Deze veel te late krengslak is natuurlijk nog afgrijselijk moeilijk te lezen ook, ik hoop maar dat je nog even doorzet voorlopig en dat er nu spoedig een eind aan zal komen. (..) Zie zo nu komt de letterlijke staart. Het kost de grootste moeite hem te laten passen.
…want je moet je nu inbeelden dat deze en andere zinnen op het papier gedrapeerd zijn in de vorm van een slak. Het is een uitnodiging die kunstenares Frederike Harmsen van Beek aan vrienden stuurt voor een feestje ter gelegenheid van de verjaardag van haar zoon Gilles. Het leest inderdaad wat lastig, maar allemachtig, wat een vondst om zo te communiceren.
Als kind versierde Harmsen van Beek haar brieven al met kunstig getekende muizen, konijnen en vogels. Maar later in haar leven tilt ze de brief als kunstvorm naar een nog hoger niveau. Niet alleen schrijft ze brieven in de vorm van slakken, maar ook van vlinders en in de wind wuivende grassprieten. In 1998 brengt ze met zo’n ‘grasbrief’ een laatste groet aan haar dan ernstig zieke vriendin, dichteres M. Vasalis.
Liefste Kiki, dit briefje zou moeten zijn als een kleine wandeling, zo zacht en eenvoudig, voetje voor voet, op weg naar het betoverende woud waarin de God’s onmogelijke vele, allemaal verschillend hetzelfde bloemenkelkjes die bedekking vormden van de zachte geurige aarde, zo vreemd veerkrachtig eigenlijk. (...)
Dat ik zo raar en klein schrijf is omdat je de brief dan plat zult kunnen strijken en dat er dan een grasveldje zal blijken te zijn. Heel klein en onecht en je kunt het ook niet ruiken, maar je kunt misschien denken dat het ruikt zoals het lievelingsbos.
Harmsen van Beek debuteert in 1965 met de dichtbundel Geachte Muizenpoot en andere gedichten en groeit meteen uit tot een literaire sensatie. Wat deels ook terug te voeren is op de mythe die zich rond haar persoon gevormd heeft in de jaren vijftig en zestig. Ze trouwt in 1957 met dichter Remco Campert en woont dan in de gekraakte, vervallen Blaricumse villa Jagtlust. Die groeit uit tot een ontmoetingsplaats voor dichters, schrijvers, schilders en andere creatieven, die er vooral komen om wild te feesten.
Nadat Jagtlust in 1971 verkocht wordt aan een projectontwikkelaar verhuist de kunstenares naar een huisje in het Groningse Garnwerd. Ze publiceert daarna nog maar spaarzaam en verdwijnt enigszins in de vergetelheid.
Totdat schrijfster en historica Annejet van der Zijl in 1998 een boek publiceert over Jagtlust, waarin ze 61 mensen interviewt over het huis en z’n geschiedenis. Harmsen van Beek, die zelf iedere medewerking aan het boek heeft geweigerd, wordt in Jagtlust omschreven als een excentrieke dichteres die de villa transformeerde tot een artistieke vrijplaats. Er wordt hoog opgegeven over de exorbitante feesten vol seks, drugs en alcohol die ze er organiseerde. De dichteres staat dan plots weer in het middelpunt van de belangstelling en dat bevalt haar erg slecht. Ze is zo onthutst over hoe ze in Jagtlust wordt afgeschilderd dat ze breekt met alle vrienden die met Van der Zijl over haar en de villa gesproken hebben. Ze trekt zich daarna steeds verder terug in een kleine kring van intimi. Ze overlijdt in 2009.
Bronnen:
F. Harmsen van Beek: stoeten ritseldingen, Joost Kircz en Maaike Meijer, De Bezige Bij, 2015
Hemelse mevrouw Frederieke, Biografie van F. Harmsen van Beek [1927-2009], Maaike Meijer, De Bezige Bij, 2018
De moeite waard?
Vond je dit een leuk artikel? Laat het weten via een hartje, een comment of een kleine donatie aan de auteur! Kan ook via iDeal.