Het is 1976 als bij Joop van Loon, journalist van het gossipblad Weekend, een brief op de deurmat valt, geschreven op het briefpapier van het chique St. Regis Hotel in New York. Het St. Regis is dé stek van de internationale jetset in Manhattan. Actrice Elizabeth Taylor is er een graag geziene gast en kunstenaar Salvador Dalí en zijn vrouw Gala wonen zelfs semi-permanent in het 5-sterrenhotel. Ook de briefschrijfster rekent zich tot de categorie mensen die zich een verblijf in het St. Regis kan veroorloven, al begint haar fortuin in rap tempo op te drogen sinds haar scheiding. We hebben het over Mathilde Willink, het wandelende kunstwerk in de extravagante jurken van ontwerpster Fong Leng, en de voormalige muze van schilder Carel Willink.
Ze schrijft:
New York adoreert mij - aldus succes. Salvador Dalí heeft mij onder zijn hoede genomen. Hij is een fantastische persoonlijkheid. Viva en Vogue zijn verliefd op de gewaden van mijn beminde Fong Leng. Volgende week worden er waarschijnlijk foto’s genomen.
Mathilde is een jaar eerder door Willink ingeruild voor kunstenares Sylvia Quiel en dat heeft Het Fenomeen nogal van haar ankers geslagen. Zo is ze onder meer twee van Willinks schilderijen met een broodmes te lijf gegaan. Ze weet zich met zichzelf geen raad en slaat aan het reizen. Naar Griekenland. Naar Italië. Naar Parijs. Maar nergens lukt het haar te ontsnappen aan de pijn en het verdriet van de breuk met Willink.
In een gedicht dat ze schrijft voor kunstenaar en schrijver Adrian Stahlecker verwoordt ze het als volgt:
De sneeuwstorm verblindt mij de ogen
Alle wegen zijn hopeloos duister
Al sla je me dood, ik zie geen spoor
Wij zijn verdwaald, wat nu te doen
Waarschijnlijk leidt de duivel mij in de vlakte…
Ten tijde van de brief aan Joop van Loon heeft ze bedacht om Carel Willink jaloers te maken door een andere, nog grotere kunstenaar aan de haak te slaan: Salvador Dalí moet haar schilderen én de nieuwe man in haar leven worden. Dus besluit ze een kamer te huren in het St. Regis in New York, waar de grote meester in een suite logeert en feesten geeft. Al op de tweede dag van haar verblijf neemt Dalí contact met haar op. Hij heeft de excentriek uitgedoste Mathilde bij het hotel over straat zien paraderen en heeft navraag naar haar gedaan.
Hoewel Mathilde beweert dat Dalí haar ‘onder zijn hoede genomen heeft’ en ze later ook zal zeggen dat ze een soort liefdesverhouding hadden, moet dat met een korrel zout genomen worden. Dalí’s vrouw Gala houdt mogelijke liefdesrivalen namelijk ver weg van haar man. Wel staat ze Salvador toe om Mathilde uit te nodigen om aanwezig te zijn bij de fameuze seksfeesten die ze geven, waarbij Gala de liefde bedrijft met jonge mannen terwijl Salvador toekijkt. Maar daar heeft Mathilde naar verluidt geen trek in.
Na anderhalve maand in New York is Mathildes geld op en keert ze terug naar Amsterdam.
Het zal daarna verder bergafwaarts met haar gaan. Op 25 oktober 1977 sterft Mathilde onder mysterieuze omstandigheden in haar woning aan de Weteringschans in Amsterdam. Vermoedelijk heeft ze zichzelf om het leven gebracht met een schot in haar linkerslaap, maar de theorieën dat ze zou zijn vermoord, blijven hardnekkig de ronde doen. Vooral doordat ze in de laatste jaren van haar leven contacten onderhield met dubieuze figuren in de onderwereld.
Brieffragmenten uit:
Mathilde Muze, Mythe, Mysterie, Lisette de Zoete, Lecturis, 2016

Boeiende Brieven steunen
Als je deze Substack de moeite waard vindt, kun je het volgende overwegen: