Een waargenomen erotische glans
Kijk zelf: is Kees van Dongen terecht onthutst als Rotterdam zijn schilderijen verwijdert?
Dat er op een late vrijdagavond nog zoveel bedrijvigheid heerst in Museum Boymans*, zal de Rotterdammer die op 10 juni 1949 nog een ommetje met zijn hond maakt, vast hebben verbaasd. Wat lopen al die heren daar toch druk te gebaren? En waarom zijn er op dit uur - het loopt al richting middernacht - nog zoveel medewerkers in touw met het wegdragen van schilderijen?
De volgende morgen wordt het de Rotterdamse wandelaar duidelijk als hij de krant openslaat. ‘Twaalf schilderijen uit Boymans verwijderd’ meldt zijn ochtendblad. Ze maakten deel uit van een grote overzichtstentoonstelling met honderd werken uit het oeuvre van schilder Kees van Dongen. In opdracht van het college van Burgemeester en Wethouders is er ingegrepen, zo leest de Rotterdamse hondenbezitter. Waarom? ‘Ongezonde belangstelling enerzijds en ernstige bezwaren uit brede kringen van de burgerij anderzijds.’
Wetteloos, normloos, stijlloos
Het typisch staaltje ambtelijke ‘verhul-praat’ laat zich ongeveer als volgt vertalen: in de hoek van rechtse christenen is beroering ontstaan over de ‘naakten’ die deel uitmaken van de tentoonstelling. Met name het gemeenteraadslid Dr. M. Oudkerk van de gereformeerde ARP roert zich. “Wetteloos, normloos, stijlloos,” noemt hij de expositie tegenover een journalist van het Rotterdamsch Parool. Hij heeft gedreigd er een debat over aan te vragen in de gemeenteraad. “Als we dit tolereren, kunnen we wel uitscheiden met het schrijven van grote, dikke boeken over geestelijke volksgezondheid en kunnen we onze zedenpolitie wel naar huis sturen.” Hij betitelt de doeken als ‘pornografie’ en zegt bij het in grote drommen toegestroomde publiek ‘een erotische glans’ te hebben waargenomen.
Schilder Kees van Dongen zelf, dan 72 jaar oud en al een halve eeuw beroemd om zijn portretten van de Parijse beau monde en van taferelen uit het nachtleven, is niks gevraagd of meegedeeld. Hij is ontsteld als hij er in zijn hotel over te horen krijgt. In zijn cynische reactie aan een journalist van Het Rotterdamsch Parool refereert hij aan de nazi’s en hun obsessie met ‘entarte Kunst’. “Ik dacht dat de Duitsers weg waren uit Holland, maar het blijkt dat zij er nog zijn.”
Een paar dagen later zal de tot Fransman genaturaliseerde Nederlandse schilder er op verzoek van het tijdschrift Mandril een brief over schrijven:
In antwoord op je schrijven om eens iets over mijn tentoonstelling te vertellen, kan ik je meedelen dat de belangstelling zeer groot is. Een zekere dr. Oudkerk houdt zelfs zoo veel van mijn schilderijen en speciaal van de naakten dat hij er twaalf heeft laten wegsmokkelen voor zijn persoonlijk gebruik. Hij heeft ze weliswaar nog niet betaald, maar de rekening komt in Holland altijd wel in orde.
P.s. Holland is prachtig, maar er zijn te veel eigenaardige mensen hier.
Schoonheid van Gods schepping
De rel die het gemeentebestuur hoopte te voorkomen door rechts in de gemeenteraad ter wille te zijn, barst daarna toch in alle hevigheid los. Maar duidelijk blijkt al wel dat de christelijke betutteling z’n beste tijd gehad heeft. Dagblad Trouw schaart zich nog vierkant achter het gemeentebestuur: “Het College kan er verzekerd van zijn dat de meerderheid van ons volk, afkerig is van een kunst, welke de mens niet verheft maar omlaaghaalt en de schoonheid van Gods schepping bezoedelt.” Maar krijgt een hoop tegengas van andere kranten. Zo verwijt de NRC het gemeentebestuur ‘benepenheid’ en noemt Het Rotterdamsch Parool de censuur ‘grievend voor de kunstenaar’. De krant laat tal van prominenten aan het woord die zich uitspreken tegen de maatregel. Schrijfster Anna Blaman reageert met een aforisme: “Niets is in zijn drijfveren en in zijn effecten zo immoreel als het kleinzielige bewaken van de moraliteit.”

* In 1949 wordt nog de spelling ‘Boymans’ gebruikt. In 1958 verwerft het museum de collectie van havenbaron D.G. van Beuningen, waarna het museum Boijmans Van Beuningen gaat heten.
Bronnen:
- Kees van Dongen Ster van de Lichtstad, Rudolf Engers, Scriptum, 2010
- Rumoer om Van Dongenexpositie, Rotterdamsch Parool, 13 juni 1949
- De affaire Van Dongen, Mandril, tijdschrift voor mensen, 1 juli 1949
Denk eens aan het volgende
Als je deze Substack de moeite waard vindt, kún je het volgende overwegen: